-
1 campagne
campagne [kãpaanj]〈v.〉♦voorbeelden:maison de campagne • buitenhuismédecin de campagne • plattelandsdokteren rase campagne • in 't open veldcampagne commerciale • handelscampagneemmener qn. à la campagne • iemand om de tuin leidenf1) platteland2) grond, bouwland3) campagne, actie4) seizoen [schouwburg]5) veldtocht -
2 change
change 〈 als opschrift〉————————change [sĵãzĵ]〈m.〉1 (het) wisselen ⇒ (wissel)koers, wisselmarkt♦voorbeelden:marché des changes • wisselmarkt, valutamarkt2 gagner, perdre au change • erop vooruit, achteruit gaanm -
3 donner le change
donner le change (à qn.) -
4 emmener qn. à la campagne
emmener qn. à la campagneDictionnaire français-néerlandais > emmener qn. à la campagne
См. также в других словарях:
Reich (Adj.) — 1. Allgemach reich dauert am besten. Holl.: Op zijn gemak wordt men het liefst rijk. (Harrebomée, I, 228a.) 2. Bald reich, bald arm, bald gar nichts. – Simrock, 707. 3. Besser reich in Gott als reich in Gold. – Parömiakon, 2148. 4. Bin ich erst… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon